De tekst van een mooie recensie uit het Noorhollands Dagblad:
Een nagenoeg volle Gerardus Majella kerk genoot zondagmiddag van het operaconcert van Westfrisia Cantat. Voor de pauze waren er de losse operakoren, uitgevoerd met de solisten Fenna Ograjensek, sopraan; Jan Willem Schaafsma, tenor en Martijn Sanders, bas-bariton. Na de pauze was het tijd voor een verkorte versie van de opera ’Attila’ van Guiseppe Verdi.
De begeleiding was als altijd in handen van Willem Woestenburg. Westfrisia Cantat dankt zijn regionale faam beslist aan zijn repertoire, sinds jaar en dag bekende en onbekende operakoren, meestal van Italiaanse origine. Dit concert opende met ’Di vermiglia, amabil luce’ uit ’Oberto’ van Verdi, een goede gelegenheid om koor en publiek aan elkaar te laten wennen. Het pittig gezongen ’A festa’ uit Bellini’s ’I Puritani’ vestigde voor de eerste keer de aandacht op de hechtheid van de herenstemmen. En toen was het echt even feest, dankzij de ’Walsscène’ uit ’Eugene Onegin, muziek van Tsjaikovski. De fijne, opgewekte koorzang en het enthousiasme van dirigent Wim Dijkstra waren heerlijk om te zien en te horen. Samen met tenor en bas-bariton veranderde deze muziek in een klinkend succes. Een feest om naar te luisteren.
De drie solisten bleven nog even op het podium voor in de kerk. Als eerste zong de sopraan de aria ’Casts Diva’ uit ’Norma’ van Bellini. Een prachtige stem, met een groot bereik. Toen was het tijd voor het duet uit ’De Parelvissers’ van Bizet, dat kent iedereen. Maar aanwezig zijn bij deze sprankelende live-uitvoering: dat was genieten. Het koor had de hoofdrol en was op zijn best in de uitvoering van drie delen uit de opera ’I Lombardi alla prima crociata’. Westfrisia Cantat presenteerde prachtige, homogene koorzang, nu met de broodnodige dynamiek. Want dat miste wel een beetje in dit eerste deel van dit concert, de dynamische beweging. Na de pauze was het tijd voor een concertante uitvoering van de sterk ingekorte opera ’Attila’ van Guiseppe Verdi. Dirigent Wim Dijkstra gaf vooraf inzicht in het verloop hiervan, een mooie, ontspannen inleiding.
Het mooiste aan de uitvoering was wel de rolverdeling. En dan niet van de afzonderlijke personages, maar van het koor en de solisten. De muziek werd heel herkenbaar Verdi door strakke, militaire ritmes en heel mooie, romantische koorfragmenten. De begeleiding van Willem Woestenburg bracht de afzonderlijke sferen van krijgsvoering en amoureuze onderonsjes heel dichtbij. Goede solisten en een alert koor maakten van deze korte ’Attila’ een stuk om van te genieten.